Op 7 september 2017 had ik het grote voorrecht om aanwezig te zijn bij de ‘Staat van het Theater’, de jaarlijkse toespraak aan het begin van het nieuwe theaterseizoen en de aftrap van het Nederlands Theater Festival in Amsterdam. Voorrecht, omdat de Staat 2017 door mijn zus en toneelauteur Lot Vekemans werd geschreven en uitgesproken. Een toespraak van maar liefst 25 minuten die zij geheel uit haar hoofd voordroeg. En die zo raakte dat het in de volle, grote zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam muisstil was. Kippenvel.
Je eigen motivatie volgen, niet die van een ander
Zij stak eenieder die in of om het theater werkt – of het een warm hart toedraagt – een hart onder de riem. Vooral om zich niet te voegen naar de voorwaarden van geldschieters, theaterprogrammeurs, politiek etc. Nee, haar pleidooi was, en ik citeer: “dat ieder voor zich de wereld inkijkt en daarin rond beweegt op zijn eigen voorwaarden. Vanuit eigen nieuwsgierigheid of dadenkracht, door eigen denken, eigen ‘zijn’.”
Mijn zus noemde dat weer op zoek gaan naar je intrinsieke motivatie en lichtte dat in deze passage uit haar speech toe: “Intrinsieke motivatie is een mensenrecht, niet alleen voor kunstenaars, maar voor ieder mens. Het recht om de wereld te mogen betreden vanuit wie je wezenlijk bent. Intrinsieke motivatie is dus niets anders dan een motivatie die vanbinnen komt en die je volgt. Je eigen motivatie dus, en niet die van een ander. Niet die van de wereld om je heen. Als ik er zo bij stilsta, dan zou intrinsieke motivatie niet een mensenrecht moeten zijn maar een mensenplicht.”
Wat is het dat JIJ wilt?
Een speech die mij als gevoelige ziel in mijn hart raakte. Is het niet zo dat wij allemaal zo geconditioneerd zijn door de voorwaarden van de omgeving waarin wij opgroeien en leven dat wij verwijderd raken van onze essentie, van ons ‘zijn’? Grootgebracht met ‘als…, dan…’. Als je zus of zo doet, dan pas verdien je mijn goedkeuring, bevestiging of liefde. Dat wordt natuurlijk niet uitdrukkelijk zo tegen je gezegd, maar ligt wel onder de waarden die onze cultuur en maatschappij onderschrijven en die je thuis, op school en op je werk met de paplepel ingegoten krijgt. Hoe vaak vraagt iemand aan jou: Wat is het dat JIJ wilt?
Ben je gevoelig dan is het nog makkelijker om van jezelf, van je ‘zijn’, van jouw essentie verwijderd te raken en te blijven dan minder gevoelige mensen. Je richt je immers altijd eerst naar de wensen van anderen, niet omdat je dat ten diepste verlangt, maar omdat je niet anders kunt of beter weet. Het is een overlevingsstrategie geworden. Meestal onbewust, omdat het voor jou pas veilig voelt wanneer het goed gaat met anderen.
De enige ‘Waarom-vraag’ die belangrijk is
In haar toespraak vertelde mijn zus verder dat de enige ‘Waarom-vraag’ die volgens haar belangrijk is, de vraag is: ‘Waarom wil IK…dit of dat?’. Misschien vind je dit egoïstisch klinken. Maar ga eens voelen of dit klopt: wanneer jij jouw motivatie die vanbinnen komt volgt, ben je van onschatbare waarde voor anderen, voor de maatschappij. Dan word je gedreven door passie en vreugde, voel je je energiek. En lever je een bijdrage die nog waardevoller is omdat je deze vreugde en energie ook uitstraalt naar en overdraagt op anderen. Doe je dingen met veel meer plezier. En die waarde wordt dan niet afgedwongen door anderen, maar door dat vuurtje vanuit jouw ‘zijn’ dat in jou brandt.
Toon grote moed!
In het slotstuk van haar toespraak daagde mijn zus eenieder in het publiek uit om grote moed te tonen. Om ondanks je kwetsbaarheid vanwege de kans op afwijzing door anderen in jouw arena te gaan staan en te blijven. Zij haalde daartoe een mooi citaat aan uit een speech van president Roosevelt uit 1910, dat bekend is geworden onder de titel ‘the man in the arena’: “Het gaat niet om degene die bij een ander aan de kant staat te roepen wat die verkeerd doet. Het gaat om degene die daadwerkelijk in de arena staat en iets bereiken wil en daarbij fouten durft te maken. Die kan slagen en kan falen, maar die, als hij of zij faalt, in elk geval ‘grote moed heeft getoond…’.”
Kwetsbaarheid maakt ons aanraakbaar
“Afwijzing is een fenomeen waar elk mens mee om moet leren gaan”, vervolgde mijn zus. “En ondanks dat leven we. En blijven we leven. Op de een of andere manier. Wat er ook gebeurt. Misschien omdat het besef dat afwijzing steeds weer op de loer ligt ons eraan herinnert wie we in essentie zijn: kwetsbare zielen. En dat is goed. Want kwetsbaarheid maakt ons aanraakbaar en dat geeft ons waarde. Het overbrugt de afstand tussen de een en de ander. Tussen daar en hier. Tussen dit en dat. Dat is wat we continue voor ogen mogen houden. Niet de vraag of we voldoen. Niet de vraag of we mee mogen doen. Maar de vraag of we aanraakbaar durven zijn. Of we onszelf durven laten zien. Met alles wat we zijn. Ook als dat niet helemaal lijkt te passen. Juist als dat niet helemaal lijkt te passen.”
Ga op je eigen plek staan
Mijn zus rondde haar speech af met het pleidooi om “de grote moed te hebben om je eigen plek in te nemen. Ongeacht wat een ander van je verlangt of verwacht. Moed om te gaan staan en blijven staan waar je hoort en vanuit daar te handelen. Juist als het moeilijk wordt. Juist als je angst hebt. Want moed zonder angst is geen moed. Toon grote moed. Want zonder moed zijn we verloren. Allemaal. Ga op je plek staan. Kies je arena. Blijf op je plek staan. Het is jouw arena. En beïnvloed vanuit daar de wereld waar je bij kan.”
Laatste duwtje in de rug
De indrukwekkende toespraak van mijn zus is het laatste duwtje in de rug dat ik nodig had om op mijn eigen plek te gaan staan, in mijn arena. Om uit te spreken dat ik zo voelend ben dat ik in contact met de ongeziene wereld, met behulp van o.a. de energie van engelen en gidsen, anderen mag helpen om hun plek weer terug te vinden. Zodat zij de moed kunnen verzamelen om in hun arena te gaan staan. Niet op mijn voorwaarden, maar op hún voorwaarden.
Dank je wel zusjelief!
Geef een reactie