Lang heb ik gedacht dat je mensen alleen maar helpt wanneer je ze redt. Red van hun praktische problemen, problematische omstandigheden en psychische nood. Het voor ze oplost. Dat was lange tijd ook mijn eerste neiging wanneer ik anderen hulpeloos zag. Hup, meteen willen helpen. Ik, de redder.
Met deze overtuiging was mijn werk als hulpverlener – toen ik begin twintig was – gedoemd om te mislukken. Mijn enorme gevoeligheid (waar ik me toen nog niet van bewust was) in combinatie met het helperssyndroom en de overtuiging dat ik altijd alles perfect moest doen is geen gelukkige mix in hulpverlenersland. Je houdt het simpelweg niet vol. En toch lijden zoveel hulpverleners hieraan omdat zij zich zo geroepen voelen.
Ik droeg oogkleppen
Dat helperssyndroom is een lastig fenomeen. Je hebt zo de neiging om plaatsvervangend voor de ander te gaan lijden en wilt zo graag iets doen. Zo graag dat je makkelijk over je eigen grenzen heengaat omdat je je zo verantwoordelijk voor de ander voelt. Jammer genoeg had ik toen nog niet door dat ik oogkleppen droeg.
Door zo te versmelten met de ander en meteen te hulp te snellen, ontkende en ontkrachtte ik juist die ander. Als redder was ik zo gefocust op willen helpen dat ik voorbij holde aan het feit dat die ander zich meestal op een heel ander punt bevond dan ik. Zich helemaal geen slachtoffer voelde, of nog niet zo ver was om zich met die positie te vereenzelvigen.
Voor anderen invullen hoe zij hun sores ervaren
Helaas was ik als gevoelige helper van nature ook geneigd om voor anderen in te vullen hoe zij hun sores ervaren en hoe ze die zouden kunnen oplossen. Omdat ik zo met ze meevoel. Dus ging ik duwen en trekken om de ander van mijn goede adviezen en hulp te overtuigen. Ging ik dingen alvast regelen zodat de ander alleen nog maar even ‘ja’ hoefde te zeggen of een krabbel moest zetten.
En wat gebeurde er vervolgens? De ander zei ‘nee’, of ging zich hevig verzetten, of probeerde mij te ontlopen. Stond niet open voor al mijn zo goed bedoelde hulp. Dat kwam binnen. Arme ik die al die moeite deed om die ander te redden. Er zoveel tijd en energie in had gestoken. Om vervolgens te worden afgewezen. Au!
Ik voelde me het slachtoffer in plaats van de redder
En in plaats van dat ik wat afstand nam om de situatie eens vanuit een ander perspectief te bekijken – en eens niet op mijzelf betrok – kroop ik dan weer in mijn schulp. Verontwaardigd, teleurgesteld, verdrietig of boos. Zie je wel, weer werd ik niet gezien of gehoord, terwijl ik toch zo mijn best deed. Weer werd niet bevestigd dat mijn hulp waardevol was. Voelde ik me het slachtoffer in plaats van de redder. En zo werd ik als redder onbedoeld en onbewust slachtoffer, door en van mezelf.
Ouder en door ervaring wijzer zie ik nu in dat ‘de redder willen zijn’ vooral te maken had met mijn behoefte om door anderen erkend te worden. En dat niet alleen, als redder dacht ik ook de controle te kunnen houden over de situatie. En controle willen houden – uit angst voor je onveilig voelen – is voor veel gevoelige mensen en ook nog steeds voor mij een issue. Herkenbaar?
Je kunt alleen maar verantwoordelijk zijn voor je eigen geluk
Nu help ik op geheel andere wijze omdat ik weet dat niemand de problemen van een ander kan oplossen. Dat moet je zelf doen, ik kan je alleen helpen om op een andere manier naar die problemen te kijken. En je begeleiden bij daar een andere beweging in leren maken. Maar jij staat aan het roer en bent verantwoordelijk voor de koers die je kiest. Voor mij – maar ook voor veel van mijn klanten – is het een enorme bevrijding om te weten dat je alleen verantwoordelijk kunt zijn voor je eigen geluk, niet voor dat van een ander.
Heel herkenbaar artikel. Ik trap ook nog regelmatig in de reddersvalkuil. De onbewuste drang naar erkenning is er nog steeds.
Van onbewust zijn naar bewust worden is inderdaad de eerste belangrijke stap. Daarna kun je elke keer wanneer je weer in die valkuil trapt de situatie waarin dat gebeurde onder de loep nemen om even te voelen aan welke oude ervaring die haakt. En vanuit de compassie die er dan voor jezelf ontstaat een andere beweging leren maken. En dat is een proces. Dank je wel voor je reactie!